Voor de installatie bedekken we wanden in een ruimte met de 1288 portretten van de bomen, elk aan ons voorgesteld als individu, met soortnaam en nummer. De bezoeker wordt aangesproken door een audiostream: een gesproken tekst, die hem/haar langs het doorgemaakte proces en het onderzoek van de verteller leidt. De tekst is soms theatraal, soms feitelijk, en in zijn totaliteit poëtisch. Hij zal gebaseerd zijn op de reeds geschreven teksten, maar zal daar ook van afwijken om hem als theatrale vertelvorm tot zijn recht te doen komen. Thema’s erin zijn: dat bomen minstens zulke complexe wezens zijn als wij mensen, met intelligentie, bewustzijn en een sociaal leven, die ons respect verdienen, dat wij mensen een bescheidener plek zouden moeten innemen op de aarde, en dat het terugvinden van onze intimiteit met de natuur een essentiële voorwaarde is voor het afwenden van de klimaatcatastrofe die op ons afkomt.
Aan het eind zwijgt de verteller en luistert de bezoeker naar een boom: we horen de sapstroom van de boom: de bezoeker wordt hiermee gevraagd om zich te verbinden met de boom als wezen, en te reflecteren op de gestelde dilemma’s en vragen, en op zijn rol ten opzichte van de boom c.q. de natuur.

Met vier wanden (hoogte 2,5 m, lengte 5,5 m) creëren we binnen de tentoonstellingslocatie een besloten ruimte.
Buiten deze besloten ruimte treft de bezoeker als eerste een leestafel aan, vol met documentair materiaal dat verwijst naar het onderzoek en het persoonlijke proces van de makers. Artikelen, stapels boeken, een pot met een zaailing van een eik, een herbarium, foto’s, krantenknipsels, folders, datasheets, citaten, tabellen, alle inventarislijsten van de telling, post-it papiertjes, foto’s van details van het bos (dat wat we gaan zien als we beter gaan kijken), alsmede een paar kleine videomonitoren met bewegend beeld:
- een wetenschappelijk experiment dat laat zien de planten zich bewust zijn van tijd en ruimte en van de aanwezigheid van andere planten en voorwerpen
- Wind die zichtbaar wordt in de bladeren van een boom, een video met als titel ‘it is through trees that we see and hear the wind’.
- een Youtube-filmpje van mannen van de Lani-stam uit Borneo die het oerwoud toezingen.
De leestafel is een fysieke installatie, die integraal onderdeel uitmaakt van de tentoonstelling, en wordt sculpturaal vormgegeven.
De vier buitenwanden tonen levensgrote foto’s van het bos. Dit wekt de indruk dat je het bos in kunt lopen.
En dat kan ook: de bezoeker kan de ruimte tussen de 4 wanden binnentreden.
Hier wordt hij omringd door de 1288 fotoportretten van de bomen, allen voorzien van nummer, soortnaam en gemeten omtrek. Het zijn allemaal zelfstandige afdrukken in formaat 16×24 cm, met dunne spelden stuk voor stuk aan de wand opgehangen: 322 foto’s per wand, in een raster.
De bezoeker bevindt zich in het bos, dat we naar de stad hebben gebracht. We stellen onze bomen aan hem voor, elke boom een individu, in zijn totaliteit een bos. Maar dan wel een gerepresenteerd bos, een bos dat we in een strak raster tonen. Zo gaan wij met de natuur om: het mag er zijn, maar wel binnen onze grenzen en strakke kaders. Tegelijkertijd heeft het de connotatie van de inventarisatie, die het in wezen is.
Met een ‘canopy’ (schaduwnet met daaraan vastgeknoopte beweeglijke blaadjes) en belichting suggereren we het schaduweffect van de boomkruinen.
De bezoeker staat in het bos en luistert naar de geluidscompositie. Dit is een theatrale, poëtische soundscape, die gesproken brieffragmenten over het persoonlijke proces van de verteller verweeft met objectieve en wetenschappelijke teksten, verwijzend naar filosofisch ethische, politiek-maatschappelijke vraagstukken. We horen stemmen van inheemse volken, die op een andere manier naar de wereld kijken. Aan het eind van de audiostream wordt het stil en is alleen nog de sapstroom van een boom te horen.
Meditatiekussentjes op de vloer nodigen uit tot zitten, tot luisteren, tot naar binnen keren.
Nu kan de bezoeker zich verbinden met de boom. Hier luisteren we naar de boom, naar het pulseren van de sapstroom, het traag kloppend hart van de boom, trager dan dat van ons, hij leeft in een andere tijdschaal. We nemen de trage tijd van de boom aan. Het luisteren is een daad van openstellen naar de boom, waardoor we ons kunnen verbinden met de boom. Vanuit die verbinding kunnen we reflecteren op onze plek ten opzichte van de natuur.
De installatie prikkelt de bezoeker om met een andere blik naar de boom te kijken. Om stil te worden en te luisteren naar de boom. Om zich met de boom te verbinden.