Achtergrond


BoomTelling wil mensen prikkelen om na te denken over onze relatie met de natuur, en in het bijzonder over onze relatie met de boom.

BoomTelling combineert 1288 fotoportretten van bomen met een narratief. Via fictie, autobiografie, brieffragmenten, citaten van denkers en schrijvers, en fragmenten uit wetenschappelijke en journalistieke artikelen, deelt het hoofdpersonage haar ontdekkingsreis en transformatieve proces, dat startte met het tellen van bomen.

BoomTelling is de weerslag van een onderzoek maar evenzeer een persoonlijke evocatie. Maar bovenal is het een getuigenis van onze eerbied voor de boom, deze complexe levensvorm die méér is dan alleen nuttig voor ons.

‘Ik adem de zuurstof in die de bomen uitademen,‘ schrijft de hoofdpersoon in het boek.
Ze doet verslag van haar onderzoek, van haar proces, van de fascinatie voor bomen die ze heeft ontwikkeld sinds ze is begonnen met het tellen van bomen op een stukje land in Italië. Bomen die in de loop van 35 spontaan zijn opgegroeid op een paar braakliggende akkertjes, en die inmiddels een klein bos vormen.
‘Ik adem de CO2 uit die bomen nodig hebben om te groeien. We zijn met elkaar verbonden.’

Ergens onderweg naar ons moderne, westerse, welvarende leven zijn we het gevoel verloren dat we deel uitmaken van de natuur. Niet alleen het rationele besef, maar vooral het gevoel dat we verbonden zijn met de natuurlijke wereld, onze intimiteit met de natuur, zijn we kwijtgeraakt.
We hebben onszelf een ‘wieg van steen en cement’ gebouwd, zijn opgegroeid met een antropocentrisch wereldbeeld en het idee dat we boven de natuur staan. Dat de natuur er is om ons ten dienst te zijn, dat we haar naar eigen goeddunken en voor ons gewin mogen exploiteren.
Dat idee is zo diep ingesleten dat ons geweten tot zwijgen is gebracht.

In ons denken, onze systemen, prevaleert cognitie boven gevoel. In het neoliberale kapitalisme, is geen plaats voor gevoel, alleen voor zakelijkheid. Ons wereldbeeld heeft onze gevoelsbanden met de natuur doorgesneden.
Dit komt met een prijs: de bossen, de oceanen, de hele natuurlijke wereld, bevinden zich in een deplorabele staat. Een klimaatcatastrofe en een zesde uitstervingsgolf tekenen zich af. Ons voortbestaan wordt bedreigd.
Zolang we binnen cognitieve denk- en omgangskaders oplossingen voor deze problemen zoeken, zullen deze vooral meer van hetzelfde zijn. Ze zullen uitgaan van dezelfde denkfout, en daarmee alleen maar bijdragen aan verdere ineenstorting.

We hebben een hervinden van ons gevoel nodig om een kanteling in deze pathologische omgang met de natuurlijke wereld tot stand te brengen. Zodra we niet alleen weten, maar ook en vooral voelen dat wij en de natuur één zijn, wordt een fundamenteel andere omgang met de natuur vanzelfsprekend.
Die fundamenteel andere omgang met de natuur is noodzakelijk willen we de samenhangende crises waar we voor staan nog enigszins beteugelen.

BoomTelling gaat over de existentiële vragen van deze tijd: hoe staan wij als westerse verstedelijkte mens tegenover de natuur? Waarom denken wij het recht te hebben om bomen – vaak ouder dan we ons kunnen voorstellen – te kappen voor ons gewin? Hoe bestaat het dat we de dreiging van een klimaatcatastrofe niet serieus nemen en adequaat aanpakken? Hoe gaan we om met de wetenschap dat we de oorzaak zijn van de teloorgang van de natuur en wellicht van de wereld? Hoe moet je leven in het zicht van een dreigende ondergang? Wat doet dit met onze psyche? Hoe houd je hoop? Wat is nog van waarde als er geen toekomst is?

Boomportretten

Het tellen van de bomen leverde een serie van 1288 foto’s op: boomportretten.

Elke boom is op dezelfde wijze in beeld gebracht. De herhaling en de consistente manier van fotograferen schept eenheid in de foto’s, zodat ze bij elkaar horen, als een bos.

De foto’s zijn het resultaat van een feitelijke en praktische inventarisatie, bedoeld om de vraag te beantwoorden in hoeverre ze onze CO2-schuld compenseren. De onderschriften (nummer, soort, omtrek van de stam) maken ook duidelijk dat het hier een inventaris betreft. De hoeveelheid CO2 die bomen opnemen afhangt van de grootte van de boom, en dus van de omtrek van de stam.

Elke boom wordt door middel van een eigen portret getoond – ahw voorgesteld. Als een individu, temidden van zijn ‘peers’ : de andere bomen in het bos. De kenmerken functioneren nu als individuele kenmerken, die belangrijk zijn voor de boom: omtrek, soort.

We willen hiermee onderstrepen dat bomen als autonome levende wezens met een intrinsieke waarde moeten worden gezien.